643 woorden
30 seconden als je de vetregels leest
De belangrijkste boodschap die ik mee wil geven in mijn artikelen, is volg je hart om je droombaan te vinden. De baan die écht bij je past.
Probeer je niet aan te passen aan wat anderen denken dat goed voor je is. Alleen jij kunt bepalen wat goed voor je is. Volg je hart in je werk en in alles wat je doet.
Volg je hart om je droombaan te vinden
Weten wie je bent en wat jouw unieke kwaliteiten zijn, is dus wel een voorwaarde om je droombaan te kunnen zoeken en vinden. Jij met jouw unieke kwaliteiten dat bepaalt in welk werk je je gelukkig voelt.
Toch wil ons hoofd ons een ander verhaal vertellen. Dat zegt “blijf maar in deze baan, want je hebt nu een goed salaris” of “droombaan a me hoela” of “ga solliciteren naar een baan als administratief medewerker in bedrijf x”.
Dit is een beetje de omgekeerde wereld. Werk is belangrijk in ons leven. Waarom zou je niet een baan hebben die het beste bij je past? Het is zo waardevol om werk te vinden dat bij jou past en niet andersom. Een baan weerspiegelt je persoonlijkheid.
Blijf je zitten waar je zit tegen beter weten in? Of laat je je leiden door functies die er op de arbeidsmarkt beschikbaar zijn? Ik hoop van niet.
Luister niet naar anderen
Bepaal wat je het liefst doet en ga dat vervolgens doen. Luister niet naar anderen – zij kunnen niet voor jou bepalen wat je moet doen en jou gelukkig maakt. Je hart volgen maakt je authentiek. Wees jezelf, er zijn al zoveel anderen.
Het verhaal over een vader, zijn zoon en een ezel illustreert dat. Doe gewoon wat je wilt. Volg je hart, het weet de weg. Je hoeft geen reden op te geven waarom je iets op jouw manier wilt doen.
Er was eens een man…
Er was eens een man die een ezel bezat. Op een dag besloot hij op reis te gaan met zijn zoon. De man zette zijn zoon op de rug van de ezel en besloot zelf te gaan lopen. Zo gingen zij op weg. Na een tijdje werd de vader moe.
Ze kwamen een groepje mensen tegen, die tegen hem begon te praten. “Dat is toch de omgekeerde wereld. De jeugd heeft geen respect meer voor de ouderen. Die jonge, gezonde jongen rijdt op een ezel, terwijl zijn arme, vermoeide vader nauwelijks vooruit komt.”
Toen de jongen dit hoorde stond hem het schaamrood op de kaken. Hij liet zich van de rug van de ezel glijden en stond erop dat zijn vader op de ezel verder zou rijden. Zo reisden ze verder, vader op de ezel en de jongen te voet.
Na een tijd…
Na een tijdje kwamen ze weer mensen tegen. Ze keken naar de ezel, de vader en de jongen en zeiden tegen elkaar: “Moet je dat nou zien! Wat een ontaarde vader, die zelf lekker op de ezel zit en zijn kind ernaast laat lopen.”
Na dit verwijt gehoord hebbend, draaide de vader zich naar zijn zoon en zei: “Kom zoon, laten wij samen op de ezel verder reizen”. Zo vervolgden vader en zoon hun reis, tot zij opnieuw mensen tegenkwamen, die zeiden: “Kijk, dat arme beest! Zijn rug zakt door onder het gewicht van die beiden, wat een dierenbeulen!”
Daarop zei de vader tot zijn zoon: “Laten we afstappen. Het is beter dat we allebei gaan lopen, dan kan niemand ons nog iets verwijten.” Zo liepen ze verder naast hun ezel.
Tot een stel voorbijgangers langsliep, die ook weer commentaar leverde: “Wat zijn er toch een dwazen op de wereld! Ze lopen in de brandende zon en geen van beiden denkt eraan op de ezel te gaan zitten.”
Vader draaide zich om naar zijn zoon en zei: “Je hebt het gezien mijn zoon. Hoe je je ook gedraagt, op en aanmerkingen zullen er altijd zijn. Volg daarom altijd wat je eigen hart je ingeeft.”
Verhaal toegeschreven aan Aesopus (zesde eeuw voor Christus)